Een weekje geleden was ik te vinden in Utrecht, in de bioscoopzalen van de Louis Hartlooper Complex. De CampusDoc is een internationale filmfestival van korte documentaires, gemaakt door studenten. De kwaliteit van de films liet wel wat te wensen over.
Albert + Jan 2 + Joey Litjens
De eerste voorstelling vond plaats in de kleinste bioscoopzaal waar ik ooit heb gezeten. De drie rijen zaten niet eens vol. De achterste bank was bezet met mensen uit Tilburg, de school waar de films van de journalistiekstudenten vandaan kwamen. De drie mini-mini-docu’s gingen zonder pauze of zwart scherm in elkaar over. Iemand moest letterlijk naar het scherm roepen: “De volgende is begonnen!”
De eerste film Albert was vooral een interview tussen vader en dochter over hoe hij uit de kast is gekomen. De dochter had dan weinig ervaring in het vragen stellen, het lag merkbaar dichtbij haar. Teleurstellend was het vreselijk gefilmde materiaal, die in de saaiste woonkamer ooit waren opgenomen. Het idee om het interview te snijden met zijn twee trouwerijen was leuk, de onscherpe beelden en het echoënde geluid verpeste het volledig.
Uit het niets verschenen drie paar voeten onder de lakens. Het openingsshot van Jan 2 was het hoogtepunt en volgens de makers in de Q&A ook het eerste wat ze filmden. De rest van de verder kalme docu kon het intieme interview in bed er gelijk na niet overstijgen. Het was zo traditioneel gefilmd met wel een interessant onderwerp dat dit meer als een kleine reportage was bedoelt.
Joey Litjens ging over een verongelukte motorrijder die vertelt over hoe hij nooit meer kon racen. Het is inconsistent qua beelden: de ene zijn redelijk prima geschoten met een DSLR, de andere lijken door een amateur met een camcorder te zijn gemaakt. Het onderwerp sprak mij niet aan en ook deze film heeft meer weg van een reportage. Dat kan ook aan de ultrakorte lengte liggen.
Onvoorwaardelijk
De overgang was duidelijk te merken. Na de lunch liep ik de zaal van Onvoorwaardelijk binnen, die wel tien keer groter was. Een podium met een memorabele presentator stonden klaar om de film in te leiden. De man deed overduidelijk zijn best met zijn goede stem, het klonk te gemaakt en nep.
Wat nog vervelender was, was het geluid van de vertoning. Om de paar minuten kraakte het volledig, wat iedere keer storend was. Dan merk je weer eens hoe belangrijk goed geluid is.
In de documentaire zelf stond één man centraal: Bart van Houten. Hij vertelde aan de camera zijn spannende levensverhaal in een witte kamer met net wel een afleidend hoekje in beeld. Met twee camera’s gefilmd en met goede belichting van de man was dit een mooi shot. Dit was dan ook het beeld wat we voor het grootste deel van de twintig minuten zouden zien.
In de Q&A hoorden we dat de langere versie van de docu op YouTube te vinden is. Deze had niet meer reportage elementen, het interview in de beruchte kamer was alleen langer. Dit interessante levensverhaal was meer één interview met tussenshots. We horen nauwelijks andere mensen praten of zien waar hij toen daadwerkelijk was.
Straathart
Het hoogtepunt was de laatste documentaire, gemaakt tijdens de minor die ik volgend jaar zelf ook ga volgen. De zaal was groots en weer vanouds uitgestorven. De geportretteerde vrouw zat wel in de zaal.
In Straathart volgen we een straatwerker die haar werk doet. We horen het geluid van het interview met haar over wie zij is en wat ze doet, nooit zien haar in de traditionele interview-setting. Daarvoor in de plaats krijgen we prachtige tussenshots die mooi zijn omdat ze mooi zijn.
Een verademing van de vorige docu’s, was de inclusie van scènes. We zien hoe zij met de jongeren van de straat omgaat tijdens de maaltijd, en hoe zij een belletje pleegt met een van hen – in een iets te lange scène, dat dan weer wel.
Aan het einde van de film zat ik met één kritiekpunt: waarom zij? We leren weinig kennen over wie zij is en waarom ze dit doet. In de Q&A stellen de makers dat zij symbool staat voor de rest van het straatwerk. Het blijft een leeg symbool.
De makers zijn verliefd op hun eigen beelden. Er zitten zoveel prachtig geschoten loopshots in met veel scherptediepte uit de mooie DSLR, maar daar houdt het mee op. Waarom is dat moment mooi geschoten? Het onderscheid tussen mooi en functioneel lijken ze kwijt te zijn geraakt.
Reacties zijn gesloten.