De natuurdocumentaire is een prachtig en tegelijkertijd beperkend genre. De mooiste plekken op de wereld film en monteer je fantastisch (zoals Planet Earth). Daar houdt het alleen op. Het blijft afstandelijk. Hoe maak je zoiets menselijker?
Mijn verwachting was dat ook de vulkaan docu Into the Inferno daarmee zou worstelen en zou vallen op de cliché vragen: “Waar komen vulkanen vandaan? Waarom zijn ze mooi? Waarom moeten we ze vrezen? Wat voor impact had het op de levens van anderen?” De antwoorden krijgen we wel, al zijn ze niet zo simpel zoals in zoveel andere films.
Dat ligt voor het overgrote deel aan de maker: Werner Herzog. Deze Duitse filmmaker regisseerde naast deze Netflix documentaire al zijn hele leven docu’s en speelfilms. Zijn focus? Mens en natuur. De schoonheid van de planeet en zijn mensen verpakt hij in een zoektocht. Hij zoekt het conflict en vindt de rust om te luisteren en begrijpen.
Als ervaren auteur maakt hij de film compleet in zijn eigen stijl. Wat die is, maakt hij gelijk duidelijk. Een prachtige drone-shot opent de film, al vliegend over de vulkaan, kijkend diep in de vurige ziel. Explosies uit die oneindige hitte krijgen onwijze kracht door het dramatisch operakoor. Daaroverheen horen we nog de fijne stem van Herzog zelf. Natuur op zijn sterkst.
Hij maakt deze documentaire samen met een maat van hem: Clive Oppenheimer. Ze ontmoette elkaar tien jaar geleden, natuurlijk bij het maken van een andere documentaire. De twee konden het gelijk met elkaar vinden. Clive is een vulkaanonderzoeker en eentje waar je vanaf minuut één al graag tijd mee wil doorbrengen. Heel slim om hem zijn persoonlijke connectie met vulkanen aan het begin te laten vertellen.
Op die wijze leren we meer mensen kennen. Niet door iedereen hun levensverhaal te laten vertellen alsof het een formule is, zoals andere documentaires empathie proberen te injecteren. Bij Herzog en zijn maat voel je de oprechte interesse in de mensen die ze interviewen, die zo belangrijk is voor een docu. Zelfs wanneer Clive, zelf een onderzoeker, met mensen praat die geloven dat er personen en goden manifesteren uit de lava.
“Bij Herzog en zijn maat voel je de oprechte interesse in de mensen die ze interviewen.”
Mijn twee favoriete sequenties uit de documentaire speelden zich af op twee andere continenten. Een gek zijweggetje brengt ons in Afrika, op zoek naar mensenresten van 100.000 jaar oud. De man die dat leidt, is zo heerlijk expressief, enthousiast en kan alles goed uitleggen. Zelfs Herzog zegt bij zijn introductie dat hij van hem genoot.
In Azië is mijn andere favoriet. De film had tot dusver al veel geluk met timing – het scheelde weinig of ze waren zelf getroffen door een uitbarsting – maar het bijzonderste is dat ze het dichtgetimmerde Noord-Korea binnenkwamen. De vulkaan die daar staat, beïnvloed nog steeds de propaganda in dat land. Erg interessant. Vooral wanneer we daar even een metrostation van binnen bekijken. Een mobielloze, neppe samenleving. Indoctrinatie met propaganda.
Over mobieltjes gesproken: om eerlijk te zijn heb ik die van mij er hier en daar wel bijgepakt. De oude filmmaker is zo nu en dan wel wat traag. Toch blijf ik het knap vinden hoe hij mensen verbindt aan vulkanen. Niet door makkelijk slachtoffers en experts te pakken, maar door met mensen te praten over wat hun raakt. De integriteit proef je. Dat is het allermooist.
Reacties zijn gesloten.