Ieder filmgenre heeft zo zijn klassiekers. Voor science-fiction is het Blade Runner, voor fantasy de Lord of the Rings-trilogie. De documentaire-klassieker had ik nog nooit gezien: Hoop Dreams. Deze drie uur durende dijk van een docu volgt twee jonge, zwarte knapen uit de achterbuurt van Chicago, die de kans krijgen om hun basketbaldroom werkelijkheid te laten worden.
We hebben allemaal een hoop dromen. Weinig zijn er zo ambitieus en specifiek als uit de uitkijkloze situatie klimmen naar de top in de NBA. Deze jongens leven voor basketbal. Ze hebben talent en mogen naar een fantastische school om zich te bewijzen. Naast vele ballen door de hoepel, moeten ook hun cijfers blijven scoren. Geldproblemen, drugs, motivatiegebrek, blessures: allemaal problemen die ze op hun dak krijgen.
Terwijl zij hun hoopvolle begin van hun leven doorlopen, volgen we ze op nauwe voet door alle problemen. De cameraman filmt van een afstandje, maar staat wel in dezelfde kamer. Buiten de essentiele context door voice-over, is het meeste gevuld met uitgespeelde scènes. Er zijn wel een paar interviews. Toch stoorden die niet. De ouders en leraren beantwoorden wat vragen in de setting waar ze leven. Haast hoe hoofdpersonen in realityprogramma’s tegenwoordig over hun eigen acties later apart commentaar geven.
Het fantastische aan Hoop Dreams is hoe diep en breed het is. Het komt door niet in te grijpen heel dichtbij het gezins- en schoolleven van de twee hoofdpersonen. Het volgt ze jaren lang en je ziet ze groeien. Het draait om dromen die telkens weer worden tegengehouden door het ruige, arme leven in de stad. Na drie kwartier kon de film ook best gestopt worden. Gelukkig deden ze dat niet. Want als het einde aanbreekt en je echt een complete coming of age hebt meegemaakt, zien we in de slotmontage hoe het ook al weer allemaal begon. Prachtig.
“Aan Hoop Dreams ligt het niet: die blijft drie uur lang wel boeiend.”
Drie uur is lang. De enige manier om zo’n leven vol, realistisch en lang te laten voelen, is door de film ook zo’n lengte te geven. Zelf kan ik erg slecht tegen lange films. Gelukkig voor mij zijn documentaires eerder korter dan langer dan de traditionele twee uur speelfilmlengte. Om dit te overbruggen keek ik Hoop Dreams in meerdere zittingen – wat ik erg kan aanraden. Want aan de film ligt het niet: die blijft drie uur lang wel boeiend.
Zelfs aan zo’n breed geprezen film vallen er nog miniscule dingen aan te merken. Zo was het geluid niet stereo. Ik bekijk en luister films met de koptelefoon, waardoor ik hoor of het geluid van links en rechts hoor. Het grootste gedeelte van de docu kwam alleen uit de linkerspeaker, terwijl muziek bijvoorbeeld wel van links en rechts kwam. Dit ligt aan de oude videocamera’s waarmee het opgenomen was. Toch had ik verwacht dat zulke dingen in de remaster zouden zijn opgelost.
Reacties zijn gesloten.